![Foto](/uploads/2/6/4/3/26437023/7098809.jpg?1412426128)
Wat?!
Lopen op de bodem van de zee?
Ja! Wadlopen!
Al jaren bespraken we met vrienden op mooie zomeravonden rond een warm vuurtje wilde plannen om het wad over te steken en lopend Ameland aan te doen. Maar de plannen verdampten zodra de rook van het vuurtje verdampte en de bodem van de fles wijn zichtbaar werd. Toen de personeelsvereniging een wadloopavontuur aanbood, vonden we dat we er dan toch maar aan moesten geloven in het kader van “dat moet je een keer gedaan hebben”.
Voorbereiding
Toen de bewuste dag naderde en we wat onderzoek deden op het net sloeg de twijfel een beetje toe…wisten we wel goed waar we aan begonnen? 4 dagen van te voren gingen we in training, ja ik weet het, mooi op tijd! Dan was er de kwestie van kleding en schoeisel. Laagjes moesten het worden en hoge basketbalschoenen. Foto’s van bemodderde voeten met nauwelijks herkenbare schoenen deden ons de avond voor het grote avontuur besluiten om ‘wegwerpschoenen’ te huren. Over schoenen gesproken… de spreekwoordelijke moed zonk er diep in. Het was helemaal zo gek nog niet, dat onze plannen bij het kampvuur nooit werkelijkheid werden.
It giet oan
De wekker gaat, voorzichtig open ik mijn ogen. Ik zie regendruppels op het raam, veel regendruppels en ik slaak een diepe zucht. Eerst maar koffie dan. Het is droog als we in de bus stappen maar hoe dichter we bij Holwerd komen hoe harder het begint te regenen. Ik zet een vrolijk gezicht op en lach met iedereen mee, maar het stemmetje binnen in mij roept: “Ik wil naar huis”. Ik negeer het stemmetje en trek manmoedig de gehuurde schoenen aan. Gelaten sjok ik met de groep mee naar het startpunt. De gids begint met de uitleg. “En dan, na zo’n anderhalf uur…” Wat??? Anderhalf uur? Ik leg mijn innerlijke stem definitief het zwijgen op, zet de knop om in mijn hoofd, pak de hand van mijn lief en zet de eerste stappen. Voorzichtig om een modderpoeltje heen om na 2 minuten tot over de enkels in de drab te zakken. Ach, en als het dan eenmaal vies en nat is, is het ook niet meer erg. Het voelt eigenlijk wel lekker, net alsof je appeltaart deeg aan het kneden bent met te zachte boter – maar dan tussen de tenen. Glibberend en glijdend leggen we het eerste stukje af. Het wordt droog en de zon laat zich heel voorzichtig zien. De lucht breekt en er komen steeds meer azuurblauwe stukken lucht tevoorschijn. Wolkenpartijen lijken op grote dotten zachte witte watten en de zon zorgt voor een oogverblindende schittering op het water. Het waait stevig, het ruist in mijn oren en ik proef het zout op mijn lippen. Ik kijk in verwondering om me heen en ik lach. Ha! Daar loop ik dan, op de bodem van de zee en het is prachtig!
To swim or not to swim
En dan is er ineens al anderhalf uur om en arriveren we bij de eerste serieuze geul. “Het is vandaag wel diep” zegt de gids en ik moet even slikken. Maar het goede nieuws is dat deze geul dan ook gelijk de diepste is, als we deze overwinnen, kunnen we de rest ook aan. Ik doe mijn jasje in de rugzak en rol alle laagjes shirt zover mogelijk omhoog. Met de rugzak bovenop mijn hoofd stap ik de geul in. Het wordt snel diep en kippenvel schiet vanaf mijn kuiten razendsnel omhoog. Stapje voor stapje verder, dieper en dieper. Het water klotst over mijn heupen en stijgt nog steeds. Net als ik bang begin te worden dat er echt gezwommen moet worden blijft het water steken op bikinirandhoogte. Nog een paar minuten en dan sta ik bibberend van de kou maar opgetogen aan de andere kant. Dit was het moeilijkste stuk, de rest moet dus lukken. En het lukt inderdaad. In de resterende kilometers varieert de waterhoogte van voetzool tot kniehoogte en de geulen steken we als volleerde wadlopers over.
Ameland
Het ‘vasteland’ is een fantastische gewaarwording aan onze voeten. Hoewel ook hier een stevige bries staat, voelt het gelijk een paar graden warmer. We wandelen het duin over naar het strand waar tractor en aanhangwagens klaarstaan om ons naar Nes te brengen. Maar eerst even afspoelen in de Noordzee. Het water voelt niet eens koud aan na alle ‘ontberingen’ op het Wad. De glimlach wijkt niet van mijn lippen en ik denk dat het zo moet voelen als je een Olympische medaille wint. De rit naar Nes over het strand is heerlijk en eensgezind grijnzen we allemaal naar elkaar verbonden door de prestatie die we hebben geleverd.
Er zitten nog een paar korrels zand tussen mijn tenen, maar de droge schoenen en kleren zijn warm en comfortabel. Het eerste slokje wijn glijdt zijdezacht door mijn keel. Een immense tevredenheid maakt zich van mij meester en ik stuur een appje naar onze vrienden. “Ja, wadlopen moet je een keer gedaan hebben !”
Lopen op de bodem van de zee?
Ja! Wadlopen!
Al jaren bespraken we met vrienden op mooie zomeravonden rond een warm vuurtje wilde plannen om het wad over te steken en lopend Ameland aan te doen. Maar de plannen verdampten zodra de rook van het vuurtje verdampte en de bodem van de fles wijn zichtbaar werd. Toen de personeelsvereniging een wadloopavontuur aanbood, vonden we dat we er dan toch maar aan moesten geloven in het kader van “dat moet je een keer gedaan hebben”.
Voorbereiding
Toen de bewuste dag naderde en we wat onderzoek deden op het net sloeg de twijfel een beetje toe…wisten we wel goed waar we aan begonnen? 4 dagen van te voren gingen we in training, ja ik weet het, mooi op tijd! Dan was er de kwestie van kleding en schoeisel. Laagjes moesten het worden en hoge basketbalschoenen. Foto’s van bemodderde voeten met nauwelijks herkenbare schoenen deden ons de avond voor het grote avontuur besluiten om ‘wegwerpschoenen’ te huren. Over schoenen gesproken… de spreekwoordelijke moed zonk er diep in. Het was helemaal zo gek nog niet, dat onze plannen bij het kampvuur nooit werkelijkheid werden.
It giet oan
De wekker gaat, voorzichtig open ik mijn ogen. Ik zie regendruppels op het raam, veel regendruppels en ik slaak een diepe zucht. Eerst maar koffie dan. Het is droog als we in de bus stappen maar hoe dichter we bij Holwerd komen hoe harder het begint te regenen. Ik zet een vrolijk gezicht op en lach met iedereen mee, maar het stemmetje binnen in mij roept: “Ik wil naar huis”. Ik negeer het stemmetje en trek manmoedig de gehuurde schoenen aan. Gelaten sjok ik met de groep mee naar het startpunt. De gids begint met de uitleg. “En dan, na zo’n anderhalf uur…” Wat??? Anderhalf uur? Ik leg mijn innerlijke stem definitief het zwijgen op, zet de knop om in mijn hoofd, pak de hand van mijn lief en zet de eerste stappen. Voorzichtig om een modderpoeltje heen om na 2 minuten tot over de enkels in de drab te zakken. Ach, en als het dan eenmaal vies en nat is, is het ook niet meer erg. Het voelt eigenlijk wel lekker, net alsof je appeltaart deeg aan het kneden bent met te zachte boter – maar dan tussen de tenen. Glibberend en glijdend leggen we het eerste stukje af. Het wordt droog en de zon laat zich heel voorzichtig zien. De lucht breekt en er komen steeds meer azuurblauwe stukken lucht tevoorschijn. Wolkenpartijen lijken op grote dotten zachte witte watten en de zon zorgt voor een oogverblindende schittering op het water. Het waait stevig, het ruist in mijn oren en ik proef het zout op mijn lippen. Ik kijk in verwondering om me heen en ik lach. Ha! Daar loop ik dan, op de bodem van de zee en het is prachtig!
To swim or not to swim
En dan is er ineens al anderhalf uur om en arriveren we bij de eerste serieuze geul. “Het is vandaag wel diep” zegt de gids en ik moet even slikken. Maar het goede nieuws is dat deze geul dan ook gelijk de diepste is, als we deze overwinnen, kunnen we de rest ook aan. Ik doe mijn jasje in de rugzak en rol alle laagjes shirt zover mogelijk omhoog. Met de rugzak bovenop mijn hoofd stap ik de geul in. Het wordt snel diep en kippenvel schiet vanaf mijn kuiten razendsnel omhoog. Stapje voor stapje verder, dieper en dieper. Het water klotst over mijn heupen en stijgt nog steeds. Net als ik bang begin te worden dat er echt gezwommen moet worden blijft het water steken op bikinirandhoogte. Nog een paar minuten en dan sta ik bibberend van de kou maar opgetogen aan de andere kant. Dit was het moeilijkste stuk, de rest moet dus lukken. En het lukt inderdaad. In de resterende kilometers varieert de waterhoogte van voetzool tot kniehoogte en de geulen steken we als volleerde wadlopers over.
Ameland
Het ‘vasteland’ is een fantastische gewaarwording aan onze voeten. Hoewel ook hier een stevige bries staat, voelt het gelijk een paar graden warmer. We wandelen het duin over naar het strand waar tractor en aanhangwagens klaarstaan om ons naar Nes te brengen. Maar eerst even afspoelen in de Noordzee. Het water voelt niet eens koud aan na alle ‘ontberingen’ op het Wad. De glimlach wijkt niet van mijn lippen en ik denk dat het zo moet voelen als je een Olympische medaille wint. De rit naar Nes over het strand is heerlijk en eensgezind grijnzen we allemaal naar elkaar verbonden door de prestatie die we hebben geleverd.
Er zitten nog een paar korrels zand tussen mijn tenen, maar de droge schoenen en kleren zijn warm en comfortabel. Het eerste slokje wijn glijdt zijdezacht door mijn keel. Een immense tevredenheid maakt zich van mij meester en ik stuur een appje naar onze vrienden. “Ja, wadlopen moet je een keer gedaan hebben !”